Skeletspieren zorgen dat je rechtop kunt staan en kunt bewegen. Je kan je spieren ontspannen en aanspannen. Als je je spier aantrekt word de spier kleiner en dikker. In totaal heb je z’n 650 spieren. Op deze pagina hebben we het over: de pezen, biceps, triceps en antagonisten.

De pezen zitten helemaal aan het uiteinde van de spier en blijft altijd even lang. Er stroomt geen bloed in een pees, daardoor is de pees wit. De pees zit vast aan een bot en dat noem je de aanhechtingsband.

Één van de bekendste spier zijn de biceps. Die spier zorgt ervoor dat je je onderarm kan gebruiken. Een biceps is een buigspier. 

Er zit ook nog een andere spier in je onderarm: de triceps. Je kan je arm dan samentrekken en dan wordt het bot van je arm weer omlaag getrokken en strek je je arm. Een triceps is een strekspier.

Antagonisten zijn de spieren die samenwerken. Die spieren bewegen de tegengestelde richting op. Ze komen overal voor in je lichaam. Bij elke beweging heb je antagonisten nodig.